Kamerbrief

Op 5 oktober 2020 is de brief aan de Tweede Kamer verzonden over de contouren voor het toegangsregime voor de zero emissiezones. 

Landelijk geharmoniseerde zero-emissiezones voor stadslogistiek met geleidelijke ingroei van emissieloze bestel- en vrachtauto’s
 

In de gesprekken met de betrokken partijen werd gepleit voor een systeem met als kern eenduidige landelijke afspraken en waar nodig ruimte voor lokaal maatwerk. Zo wordt het ontstaan van een lappendeken voorkomen, maar blijft er ruimte om lokaal aandacht te geven aan de uitzonderingen op de regel. De volgende drie basisafspraken gelden voor de introductie van iedere zone:

  1. Gemeenten kondigen minimaal vier jaar voor de invoering de ligging en omvang van de zero-emissiezone aan. Dit is belangrijk om vroegtijdig aan iedereen duidelijkheid te geven.
  2. Alle nieuwe bestel- en vrachtauto’s die vanaf 1 januari 2025 op kenteken worden gezet moeten zero-emissie aan de uitlaat zijn om de zero-emissiezone voor stadslogistiek in te mogen.
  3. Alle bestel- en vrachtauto’s die rondrijden in de zero-emissiezone moeten vanaf 1 januari 2030 zero-emissie zijn.

Deze drie afspraken vormen de basis om te voldoen aan de doelstelling voor 2030 uit het Klimaatakkoord. Maar deze spelregels zijn nog niet afdoende om de transitie soepel, kosteneffectief en tijdig te laten verlopen. Ik vind het zeer belangrijk om partijen vooraf duidelijkheid te geven zodat ze bij investeringen in voertuigen tijdig kunnen anticiperen. Ook houdt de overgangsregeling rekening met de wens om over te stappen op een natuurlijk investeringsmoment. Dat biedt ondernemers zekerheid en helpt de transitie naar schone mobiliteit vooruit. Wanneer de voorlopers tijdig de overstap naar zero-emissie voertuigen maken, komt vervolgens ook de tweedehands markt tot stand die voor andere ondernemers van belang is.

a) Overgangsregeling vrachtauto’s
 

In het Klimaatakkoord is voor Euro VI-vrachtauto’s een overgangsregeling afgesproken voor bakwagens van 5 jaar en voor trekker-opleggercombinaties van 8 jaar. Deze is vooral ingegeven om de afschrijvingstermijnen van deze voertuigen zoveel mogelijk te respecteren. Niet voor iedere logistieke sector gelden dezelfde afschrijvingstermijnen en het aanbod van geschikte emissieloze vrachtauto’s komt nog langzaam op gang. Daarom is overeengekomen dat het verstandig is om op de volgende manier invulling te geven aan de afspraken uit het Klimaatakkoord:

  • Euro VI-vrachtwagens die op 1 januari 2025 maximaal 5 jaar oud zijn (bakwagens) respectievelijk maximaal 8 jaar oud zijn (trekker-opleggercombinatie) uiterlijk tot 1 januari 2030 de zone in mogen rijden.
     
  • Plug-in hybride vrachtauto’s hebben tijdelijk, tot 1 januari 2030, toegang tot de zero-emissie voor stadslogistiek, als zij daar aantoonbaar en handhaafbaar emissieloos rijden.

Voor de toelating van plug-in hybride vrachtauto’s worden op dit moment de technische mogelijkheden in kaart gebracht om vast te stellen of een vrachtauto emissieloos rijdt. Aansluitend wordt in beeld gebracht op welke wijze dit juridisch verankerd kan worden.

b) Overgangsregeling bestelauto’s


Voor bestelauto’s is in het kader van het Klimaatakkoord afgesproken dat bij de uitwerking aandacht besteed zal worden aan de situatie van kleine ondernemers met bestelauto’s, om zo aan te kunnen sluiten bij natuurlijke momenten van investeringen. Hiertoe zijn in de voorbije periode afspraken gemaakt over een overgangsregeling. Hierbij is ook rekening gehouden met de wens om over te stappen op een natuurlijk investeringsmoment.

Het aanbod van elektrische bestelauto’s ontwikkelt zich relatief snel, er verschijnen verschillende nieuwe modellen tegen een lagere prijs en deze positieve ontwikkeling biedt perspectief bij de aanschaf van nieuwe voertuigen de komende jaren. Tegelijkertijd is de keuze voor een bestelauto een belangrijke investering voor veel kleinere ondernemers in hun bedrijfsvoering, die ook meerdere jaren mee moet gaan. Bij de overgangsregeling voor bestelauto’s is daarom, in navolging van de overgangsregeling voor vrachtauto’s, gekozen voor een brede overgangsregeling op basis van Euroklasse.

Voor de gemeenten draagt de overgangsregeling stapsgewijs bij aan een gezondere lucht in de stad. Bestelauto’s van euroklasse 4 zijn niet uitgevoerd met een roetfilter en hebben geen toegang tot de zero-emissiezone. Verder moet een overgangsregeling ook uitvoerbaar zijn voor de gemeenten.

De gevolgen van COVID-19 stelt ons allemaal, en veel kleinere ondernemers in het bijzonder, voor grote uitdagingen. Ook daar is rekening mee gehouden bij de inrichting van de overgangsregeling. Samen met MKB Nederland, Evofenedex en enkele gemeenten heb ik de volgende overgangsregeling uitgewerkt:

  • Bestelauto’s met minimaal Euroklasse 5 hebben tot en met 31 december 2026 onbeperkt toegang tot de zero-emissiezones voor stadslogistiek.
     
  • Bestelauto’s met minimaal Euroklasse 6 hebben tot en met 31 december 2027 onbeperkt toegang tot de zero-emissiezones voor stadslogistiek.

Met deze overgangsregeling hebben ondernemers die nu nog een nieuwe bestelauto met verbrandingsmotor kopen nog ruim 7 jaar toegang tot de zero-emissiezone. Met de voorgestelde geleidelijke uitfasering van de verschillende euroklasses wordt bovendien een geleidelijke overstap geraliseerd, wat bijdraagt aan het kunnen leveren van voldoende voertuigen voor de Nederlandse markt en de ontwikkeling van een tweedehandsmarkt. Hiermee is naar inschatting van de betrokken partijen de juiste balans gevonden tussen de proportionaliteit van de zero-emissiezone, het financieel draagvlak van de onderneming en de terugverdientijd van de zero-emissie bestelauto. Tegelijkertijd realiseren we de afgesproken klimaatdoelen in 2030, omdat voordien de overstap naar zero-emissie voertuigen gerealiseerd wordt.

Lokaal maatwerk voor bijzondere voertuigen
 

De landelijke regels zullen voor verreweg de meeste ondernemers een redelijk en bruikbaar kader bieden. In sommige situaties zal dat echter niet het geval zijn. Daarvoor is met gemeenten afgesproken dat zij als sluitstuk van het systeem, lokaal aanvullend maatwerk kunnen leveren in de vorm van een ontheffing op grond van een hardheidsclausule. Zij kunnen dit inzetten voor gevallen waarin een voortijdige investering niet proportioneel is en ondernemers, in afwijking van de landelijke regels, meer tijd wordt gegund om de overstap naar zero-emissie bestel- en vrachtauto’s te maken. Deze is vergelijkbaar met de hardheidsclausule zoals nu bij de milieuzones wordt toegepast. Ook behouden de gemeenten ruimte om lokaal maatwerk te leveren voor particulieren met een bestelauto. De zero-emissiezone is namelijk bedoeld voor stadslogistiek en niet voor particulieren. Zij kunnen daarom bij de gemeente een ontheffing aanvragen voor hun bestelauto, mits zij aan kunnen tonen dat het voertuig niet bedrijfsmatig gebruikt wordt.

Daarnaast geldt dat, net als bij de milieuzones, voor specifieke voertuigen een vrijstelling of een ontheffing kan worden afgegeven. Bedrijven kunnen bijvoorbeeld hiervan gebruik maken wanneer voor een specifiek gebruik nog geen zero-emissie voertuig beschikbaar is. Voertuigen waarvoor in ieder geval een ontheffing kan worden aangevraagd zijn net als bij bestaande milieuzones de voertuigen van gehandicapten, welke zijn aangepast voor € 500 of meer, kermis- en circusvrachtauto’s, vrachtauto’s voor exceptioneel transport, verhuisauto’s en vrachtauto’s met een laadkraan met een hefvermogen van 35 tonmeter of meer en die een datum eerste toelating hebben van twaalf jaar of jonger.

Daar waar het de bevoegdheid van gemeenten betreft om lokaal maatwerk te leveren, zal bij de gemeenten erop aandringen dat zij onderling afspraken maken dat gelijke gevallen in de verschillende zero-emissiezones ook gelijk behandeld worden. Dit om willekeur te voorkomen en de eenduidigheid voor de weggebruiker te bevorderen.

Subsidieregeling zero-emissie bestelauto’s
 

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat ondernemers kunnen rekenen op financiële ondersteuning bij de aanschaf van een zero-emissie bestelauto. Daarvoor heb ik een subsidieregeling in voorbereiding, waarbij ik ernaar streef dat de regeling op 1 januari 2021 of kort daarna in werking treedt. Binnenkort start hiervoor de internetconsultatie en zal ik aansluitend uw Kamer informeren over de regeling en over de uitkomsten van de consultatie.